Release – 17 juli 2020
Platen label – Columbia Records Group
Door Stijn De Jong
The Chicks - Gaslighter
Maak kennis met The Chicks, een nieuwe Amerikaanse meidengroep die met Gaslighter hun debuutalbum uitbrengen. Je vraagt je als lezer misschien af waarom ik ineens over radiovriendelijke mainstreampop schrijf. Maar daar is een goede reden voor. De drie dames van The Chicks - leadzangeres Natalie Maines en achtergrondzangeressen Emily Strayer en Martie Maguire - waren namelijk in het verleden lid van een countryband genaamd de Dixie Chicks. Die groep viel in 2006 uit elkaar na een tamelijk onverkwikkelijke rel waarbij de Amerikaanse muziekindustrie zich van zijn slechtste kant liet zien. En dat wil wat zeggen. Er volgden nog wel een paar zij-projecten, en een korte reünietour in 2016, maar nieuw werk werd er nooit meer uitgebracht. En dat gaat ook nooit meer gebeuren, want The Chicks staan voor een volledige breuk met het verleden. Ze willen niets meer te maken hebben met hun oude naam en de racistische connotaties die eraan vastzitten - en daar zit zeker wat in - en ze willen niets meer te maken hebben met de muziek die ze ooit maakten, en die ze tegenwoordig als ‘reactionair’ bestempelen. Hun debuutalbum Gaslighter is dan ook in niets te vergelijken met het oude repertoire van de Dixie Chicks.
Waar de platen van de Dixie Chicks altijd werden gekenmerkt door pakkende liedjes vol messcherpe samenzang en instrumentale virtuositeit, draait het op Gaslighter hoofdzakelijk om synthesizers, drumcomputers en autotune. Voor de vorm worden er nog wat ‘echte instrumenten’ aan toegevoegd - een akoestisch gitaartje, wat percussie, een pianopartijtje - maar het is de elektronica die hier de dienst uitmaakt. Ook de banjo en viool van Strayer en Maguire, die het oude werk zo’n speels karakter gaven, zijn incidenteel nog wel te horen, maar veel meer dan een gimmick is dat niet. Dat uiterst steriele geluidsbeeld is in de eerste plaats te danken aan producer Jack Antonoff, in het dagelijks leven de rechterhand van de veelgeplaagde pop-miljardair Taylor Swift. Antonoff heeft ook in hoge mate bijgedragen aan deze composities, en dat hoor je. De link met het werk van Swift is zeer nadrukkelijk aanwezig; net als bij haar wordt de aandacht hier verdeeld tussen vrij drammerige popdeuntjes en amorfe ballads. Die laatste categorie krijgt de meeste nadruk, waardoor de plaat naar het einde toe steeds meer op een begrafenisstoet begint te lijken.
Datzelfde geldt ook voor de teksten. Er worden weliswaar serieuze onderwerpen aangesneden - de recente echtscheiding van Maines, maar ook een breder onderwerp als burgerlijke ongehoorzaamheid in de Tijd van Trump - maar daar blijft het verder ook bij. Situaties worden beschreven, en dat de ex van Maines een rat van het ergste soort is wordt nergens onder stoelen of banken gestoken. Maar ondertussen wordt in deze nummers nergens de diepte opgezocht. Het blijft bij een matig geformuleerde barrage van verontwaardiging, en dat gaat al snel vervelen. Ondertussen is March March een ‘one size fits all’-protestnummer met een tekst die net vrijblijvend genoeg is, zodat iedereen er zijn eigen sociale issues aan kan ophangen. Maar dat is ook logisch, want uiteindelijk blijven dit popliedjes die enkel gericht zijn op de grootste gemene deler. De meezingfactor en de gelikte, suikerzoete productie gaan op Gaslighter boven alles. Dat gebeurt over de gehele linie, maar nergens zo nadrukkelijk als in het titelnummer, dat een militaristisch stampende electrobeat combineert met een nogal zeikerige oorwurm waar zelfs de gemiddelde Eurovisie-deelnemer zich nog voor zou schamen. Hoe diepzinnig en baanbrekend The Chicks zich ook voordoen op Gaslighter, uiteindelijk is het een reactionaire, oppervlakkige en uiterst beperkt houdbare plaat.