
NewCountry.nl: All You Want To Know About New Country
2001 - 2023 New Country Nederland Privacy en Cookies
Het is vrijwel ondenkbaar op dit moment, maar een week geleden zaten we tot onze kruin in de live countrymuziek. De metro’s richting de AFAS Live voerden zowel fans van ‘Country 2 Country’ als ‘Heel Holland zingt Hazes’ aan en het sociale leven was niets minder bruisend dan gebruikelijk. Behalve dan die ene tegenslag: De afzegging van de Amerikaanse band ‘Old Dominion’ met oog op het opkomende corona-virus. Een besluit dat hen niet in dank werd afgenomen en zelfs als zelfzuchtig werd bestempeld. Een week geleden, toen nog ondenkbaar was dat de Britse, Schotse en Ierse editie van het meerdaagse countryfestival in het water zouden gaan vallen vanwege een bevreesd virus. Laten we voor de mooie, warme herinneringen maar even teruggaan naar vorige week…
Tekst: Gera Laurens / Foto’s: Marc Van Der Maas
Al enkele weken voordat ‘Country 2 Country’ voor de tweede maal neerstreek in Nederland, werd bekendgemaakt dat de zaterdag was uitverkocht. Met headliner Luke Combs stak deze dag schijnbaar met kop en schouders boven de zondag uit, welke zou worden afgesloten door Darius Rucker. Een gevestigde naam in de countrymuziek, maar niet zo ‘hot’ als de ‘Hurricane’ zanger. En dat is merkbaar wanneer de deuren zich openen op zondag 8 maart. Geen samengedromde menigte bij de toegangsdeuren, prettig toeven bij de merchandise stand en lekker doorwandelen op de gangen. Met een drukke eerste dag achter de rug, lijkt het bijna even een verademing.
Eenmaal de grote zaal, beter bekend als de ‘Black Box’, binnengetreden, is het even slikken. De gehele achterste tribune wordt door hekken met zwarte doeken afgeschermd. Tamelijk ontnuchterend als de laatste keer dat je deze zaal verliet, de energie door het plafond ging na een weergaloos optreden van Luke Combs. Nu is de zaal ineens kil en koud. Maar de lampen zijn nog niet gedimd en het publiek is nog niet aanwezig…
Om vier uur wandelen, buiten spotlights om, drie gestaltes het podium op. De songwriters Tenille Townes, Eric Paslay en Abby Anderson trappen af met ‘Introducing Nashville’. De Texaanse Anderson strijkt neer achter het keyboard, terwijl Townes en Paslay beiden met gitaar op schoot een kruk bezetten. Aan de 23-jarige Texaanse Abby om het spits af te bijten. Met haar warme stemgeluid zet ze ‘I’m good’ in, zichzelf muzikaal ondersteunend op de zwartwitte toetsen. Ze lijkt zich direct op haar gemak te voelen. Zo goed zelfs, dat ze lekker op de automatische piloot gaat en in haar songtekst zelfverzekerd ‘Berlin’ zingt. Ze krijgt waarschijnlijk wat verbaasde blikken retour van de eerste rij in plaats van gehoopt gejoel, want binnen een seconde weet ze dat ze een catastrofale fout heeft gemaakt.
Met schaamrood op de kaken staat ze op, wandelt richting coulissen al ‘goodbye’ stamelend, terwijl Paslay en Townes dubbelgevouwen liggen van het lachen. Als dit niet de ultieme manier is om het ijs te breken, wat dan wel. De blozende Abby wappert een paar keer met haar handen, verontschuldigt zich meerdere keren, maar Amsterdam heeft haar allang in het hart gesloten. Wanneer ze de toetsen van het instrument weer aanraakt, gaat een luid gejoel op in de zaal, welke op dat moment nog niet tot een derde toe is gevuld. De draad weer oppakken is niet eenvoudig voor de brunette. Twee keer moet ze plotseling verschrikkelijk lachen om haar actie, maar haar vocale krachten hebben het publiek allang weer bewonderend aan het glimlachen. Het is de aftrap voor een uur lang prachtige songteksten, emotioneel beladen verhalen achter zelfgeschreven nummers en unieke akoestische versies van hitsongs als ‘Friday Night’ van Eric Paslay en het indrukwekkende ‘Jersey on the wall’ van de Canadese Tenille Townes. Een betere start van de avond lijkt ondenkbaar.
Bij de ‘Isla talent stage’ is Willie Jones ondertussen bezig met zijn soundcheck, zodat hij het publiek kan opvangen wanneer deze de ‘Black Box’ verlaten. De countrysound van Jones valt onder de noemer pop-country en heeft een flinke dosis aan hiphop invloed. Als 17-jarige nam Jones deel aan ‘X Factor global’ waarvoor hij een countrynummer onder handen moest nemen. Hij koos ‘Your Man’ van Josh Turner en was zelf verrast hoe goed hij zich in countrymuziek kon inleven. Slechts enkele jaren later mag de zanger uit Louisiana aantreden in Amsterdam, waar hij naar eigen zeggen ‘enorm dankbaar’ voor is. Of de gemiddelde countryfan én aanwezige van C2C warmloopt voor zijn sound, is een vraagteken, maar hij krijgt de toeschouwers wel in beweging in de kleinere zaal.
Inmiddels begint het publiek wat aan te zwellen op de stoelen voor de main stage. Het is de roodharige Caylee Hammack die hier een podium aangeboden heeft gekregen nadat het vijfkoppige ‘Old Dominion’ besloot in Amerika te blijven en zich buiten de Europese brandhaard van het Covid-19 te houden. Hammack is, evenals Jones, geen artiest welke door iedereen wordt gewaardeerd, maar doet haar uiterste best het onderste uit de kan te halen. Rockend met mondharmonica en dansend met een microfoonstandaard weet ze in ieder geval een show neer te zetten, al hairflips uitvoerend. Haar catsuit met spiegelende glitters trekt de blikken naar het podium, terwijl met ogen dicht vlagen Dolly Parton te herkennen zijn in haar sassy, maar wat hoog in adem zittende stemgeluid. Het is net alsof Parton besluit uptempo nummers te zingen met een dansroutine. De wow-factor lijkt ze voor een aantal toeschouwers zeker te bezitten, gezien de staande ovatie vanuit verscheidene stoelen, maar ons laat ze aardig onberoerd…
Wiens verschijning weliswaar minder glamoureus is, maar de stem ongekend sterk, is van de volgende act in de Isla Talent Stage. De aimabele Austin Jenckes mag naar eigen zeggen dan 300 pond (135 kilo) zwaar zijn, zijn stem is minstens zo gewichtig. Met de nodige emotie en een rauw randje kan hij al statisch staand achter de microfoonstandaard de aanwezigen in beroering brengen. Wetende dat deze man uit Washington State eind vorig jaar in Nederland was en wij dit optreden langs ons heen hebben laten gaan, zorgt voor acute spijt. Het is jammer dat hij maar twintig minuten de tijd krijgt om zijn stemgeluid door de kleinere zaal te laten galmen, want wát weet hij iedereen te verbazen!
Na het ingetogen werk van Jenckes, staan de speakers op scherp in de grote zaal. De drie langharige mannen van The Cadillac Three hebben al twee keer eerder in kleine zalen bewezen dat ze de boel goed op z’n kop kunnen zetten, en nu krijgen ze de kans zo’n 3000 man te vermaken. De die-hard rockers hebben het publiek in hun handen en vlammen van het podium af. De snerpende gitaren zullen wellicht niet in ieders straatje liggen, maar het fanatisme waarmee de handen in de lucht blijven, laat duidelijk doorschemeren dat velen blij zijn met hun komst. Niet enkel het nieuwe album passeert de revue, ook ‘White Lightning’ krijgt veel bijval en uiteraard wordt afgesloten met het energieke meezingnummer ‘The South’, waarna voorman Jaren traditiegetrouw een bierfontein uit zijn mond laat verschijnen.
Voor eenieder die even adem wil halen na het gitaargeweld, is Hannah Mae op de Isla Talent Stage een welkome afwisseling. De Emmense is pas 21 jaar oud, maar timmert de laatste tijd goed aan de weg in het Nederlandse countrycircuit en is kortgeleden nog in Nashville geweest om ook daar de studio op te zoeken. Ingetogen zingt ze een verfrissend repertoire met een fijne kleine snik in haar stem. In het contact met het publiek is ze nog wat onwennig, maar dat zal ongetwijfeld uitbouwen wanneer ze vertrouwen gaat krijgen in de acceptatie van haar kunnen! Op een Brits countryforum werd ze in ieder geval alom bejubeld!
De host van de avond, Jimmie Allen, krijgt om acht uur flink wat meer podiumtijd dan tijdens zijn aankondigingen van artiesten. Maar liefst een uur lang bezet hij de main stage om de voeten van de vloer te krijgen. Hij wordt aangekondigd door Abby Anderson en vervolgens met een vrij schamel applausje ontvangen. Zelf zal hij er vrij weinig van hebben meegekregen, want het geluid uit de boxen is zo overweldigend hard, dat al tijdens het eerste nummer verschillende mensen de zaal verlaten. Het is opvallend dat vooral de jongere garde zijn muziek prima weet te waarderen, maar zijn sound bij lang niet alle toeschouwers in goede aarde valt. Dat zal tevens met het geluidsniveau te maken hebben, en de hiphop-geïnspireerde medleys. Allen brengt zijn set met een groot enthousiasme, maar een allround publieksfavoriet is hij nog niet. Echter gaat het publiek wel volledig uit zijn dak wanneer hij als enige artiest de guts heeft om van het podium af te stappen en met minimale beveiliging al zingend een rondje door het publiek te wandelen. Comfortabel als hij is, maakt hij selfies met geïnteresseerden en geeft hij gewillig handen. En als de zanger dan aan het eind van zijn optreden besluit de bedekking van zijn bovenlichaam even voor gezien te houden, veranderen drie vriendinnen in de zaal toch van mening over de zanger die het voor hen nog moest waarmaken. “Best een leuke vlotte jongen eigenlijk”, verzuchten ze.
Aan het einde van de set van Jimmie Allen hebben zich in de bovenzaal al wat mannen voor het podium opgesteld. Tenille Arts treedt enkele minuten later aan, en deze meid is behalve een vocale nachtegaal ook een mooie verschijning. De schouders en hoofden op de eerste rijen, die opvallend drukbezet zijn door mannen in de leeftijdscategorie onder de dertig jaar, deinen mee op haar nummers welke ze voornamelijk met ogen gesloten zingt. Daardoor heeft ze de adorerende ogen niet direct door. Pas wanneer ze vertelt dat ze driemaal te zien is geweest in de Amerikaanse realityserie ‘The Bachelor’, ontmoet haar blik meerdere malen de ogen van een mannelijke aanwezige. Ze bloost iets en kijkt richting de gitaar welke ze heeft omgehangen. Toch houdt ze zich stevig staande, met name bij haar slotnummer ‘I hate this’. Wanneer NewCountry na haar optreden even een kort woordje met haar wisselt, staan ook zeker twintig mannen voor haar in de rij. Ze lacht vriendelijk en zegt: “Het is geweldig om te merken dat ik zelfs hier in Nederland al een aantal mensen heb mogen bereiken met mijn muziek haha”, schuin knikkend richting de mannen. Die slaan maar al te graag even een arm om haar heen voor een foto met de Canadese…
Klapper van de avond Darius Rucker heeft er zin in als hij om half tien het podium mag opwandelen met zijn band. Zijn brede glimlach is op de achterste rij nog zichtbaar en hij heeft overduidelijk geen tijd nodig om comfortabel te raken in de Amsterdamse concertzaal. Het is opvallend in hoeverre hij individuele mensen durft aan te kijken tijdens het zingen en zijn dankbaarheid toont door zijn handen ineen te slaan. Aan beleving ontbreekt hem niets. Gekleed in een Beatles shirt heeft hij vanaf minuut één de avond van zijn leven, en niet in de laatste plaats doordat ook zijn band lijkt te genieten. De muzikaliteit van deze artiesten overstijgt bijna deze van hun voorman en ze dragen hem in het veelzijdige repertoire wat hij laat horen.
En wát een repertoire. Bijna vergeten we dat Rucker een overweldigend aantal hits op zijn naam heeft staan. Zelfs zonder voorafgaand aan dit weekend specifiek naar hem te hebben geluisterd, lijken alle teksten in onze hersenen gebrand. Deze man heeft een goede vinger in de pap gehad in het huidige landschap van countrymuziek. Maar wil je al deze hits met overtuiging brengen, dan moet ook je live set sterk zijn, en dat is hij bij Darius. “Over the last thirteen years, these guys are the best thing that happened to me”, spreekt hij dankbaar over zijn bandleden. Met name de veelzijdige steel guitar speler krijgt volop lof van zowel publiek als zijn ‘baas’: “Mr. Sasha is the only one of these motherf*ckers I won’t ever fire”, lacht de ‘Wagon Wheel’ zanger. Toevoegend: “No, I really love you all”.
Vlak na deze uitspraak wordt duidelijk waarom. Zijn band is zo vreselijk veelzijdig dat tijdens ‘Come back song’ iets heel bijzonders zichtbaar wordt. De toetsenist speelt in het nummer ineens gitaar, de banjospeler heeft de mandoline tevoorschijn gehaald en de violist schakelt over op de bas. Samen maakt de volledig mannelijke band er een muzikaal feestje van, terwijl ze tijdens het bespelen van hun instrument nog de mogelijkheid hebben een plectrum naar elkaar te schieten, een geintje uit te halen met een gitaarsnoer of een opmerking te maken welke zo grappig zal zijn geweest dat de man achter de steel guitar happend naar adem voorover geklapt zijn snaren-acrobatiek moet voortzetten.
Zelfs als geen groot liefhebber van Darius Rucker aka ‘Hootie’ kan je niet anders dan meegaan in het enthousiasme. Zelfs een cover wordt in de setlist meegenomen, welke werd aangedragen door twee bandleden. “Really? Are we really that kind of coverband?” lachte Darius de suggestie destijds weg. Maar ‘No Diggity’ is een leuke afwisseling op het country repertoire en weet iedereen net wat op te zwepen. Opgevolgd door ‘I only wanna be with you’, een gevestigde jaren ’90 hit die Darius met zijn eerdere band ‘Hootie and the Blowfish’ de wereld in slingerde, kan de avond niet meer stuk voor het pakweg 3000 koppen tellend publiek. Het slotstuk is weliswaar minder tough and rowdy dan Luke Combs zijn afsluiting van de zaterdag, maar zeker net zo waardig. Als Country 2 Country volgend jaar op 6 en 7 maart terugkeert, staat ons ongetwijfeld weer wat moois te wachten. Het aftellen is al begonnen!