Vanwege de coronacrisis komen er op dit moment geen Amerikaanse artiesten naar Nederland voor optredens en interviews. Gelukkig is er dichter bij huis ook voldoende new country talent aanwezig en staan bands, zangers/zangeressen en singer/songwriters van de koude grond in de rij om meer over zichzelf te vertellen. Tweede artiest uit de reeks is The Martial. Behalve zanger, gitarist en liedjesschrijver is hij ook eigenaar van Blaizer; een bedrijf dat zich bezig houdt met de promotie van verschillende artiesten. Hoogste tijd dus om deze jongen bekend te maken aan een groter publiek
Interview met The Martial
Twee jaar geleden spraken we af in Utrecht, in Het Gegeven Paard naast TivoliVredenburg. Toen was je stagiair bij Greenhouse Talent in Breda. Hoewel wij elkaar al kennen moet je je misschien nog even voorstellen.
Mijn naam is Mart van den Bighelaar, 24 jaar en afkomstig uit het dorpje Ulvenhout. Sinds 2013 ben ik actief onder de artiestennaam ‘The Martial’ en qua muziek maak een combinatie van country/pop/rock. Eigenlijk begon ik vooral met het schrijven van pop/rock liedjes, maar gaandeweg ben ik steeds meer richting country muziek gegaan.
Hoe ben je met country muziek in aanraking gekomen?
Het begon eigenlijk op YouTube. Daar keek ik voornamelijk naar pop/rock video’s om inspiratie op te doen. En via gerelateerde artiesten, stuitte ik op Rascal Flatts. Ik wist totaal niet wie het waren en zo kwam ik in de country muziek terecht. Daarna beïnvloedde country muziek onbewust ook mijn eigen muziek. Ik vind het super toffe muziek en ik vroeg me altijd af waarom het geen ding is in Nederland. Ik ben constant gaan graven. Wat is de reden dat vrijwel niemand het luistert en hoe kan het een interessanter iets worden, want de muziek sprak en spreekt mij nog steeds erg aan.
Hoe wordt je gevoed met nieuwe muziek die je aanspreekt?
Bij mij gaat alles via streaming. Via playlists ben ik altijd op zoek naar muziek die me aanspreekt. Maar krijg nu ook via bevriende artiesten leuke suggesties. Het interessante is dat ik ook in aanraking kom met allerlei soorten muziek, ook buiten pop, rock en country. Ik heb eigenlijk weinig kaders.
Live This Life, zo heet je eerste single van de EP. Lekker positief en met een ontzettende drive. Niet zomaar een titel. Zo’n beetje jouw levensmotto, toch?
Het is zeker iets waar ik heel erg aan vasthoud. Ik ben heel positief ingesteld. Bij alles wat tegenvalt, zie ik nieuwe kansen en probeer toch wel aan alles een positieve draai te geven.
Deze maand is het twee jaar geleden dat de EP uitkwam. Wat is er sindsdien muzikaal met je gebeurd?
Ik was twee jaar geleden tijdens mijn afstudeerstage al bezig met mijn debuut EP. Na die stage wist ik dat ik alles op alles wilde zetten om van muziek mijn beroep te maken. Rond die tijd begon het een beetje te lopen en had ik al een paar singles uitgebracht. Het beviel goed hoe de EP ontvangen werd. Het was een grote motivatie voor me, de reacties waren goed maar ik realiseerde me ook dat het dan pas begint. De EP was het fundament voor mij en daar vandaan kon ik stappen maken om te kijken welke kant ik op wilde. Ik heb het voordeel dat ik tijdens mijn opleiding veel heb geleerd over de zakelijke kant van muziek en daardoor verschillende kanten op kan. Toch vind ik dat de muziek die je maakt helemaal los moet staan van de marketing. Als de muziek af is, maak je als het ware een switch. Ik gebruik mijn zakelijke kant ook om andere artiesten te helpen. Ik haal veel energie uit het maken van muziek maar ook door andere artiesten te helpen. Liefst zo persoonlijk mogelijk ook. Ik help ze met het digitaal uitbrengen van nieuwe muziek en doe daarbij promotie op verschillende streamingsdiensten. Het technische gedeelte zoals de productie van muziek laat ik dan wel weer liever over aan anderen.
Nadat de EP uitkwam heb ik wel nagedacht over m’n richting en m’n stijl. Ben ik wel echt helemaal country? Wat maakt mij dat ik het dichtst bij mezelf blijf? Ik vind het nog steeds het leukste genre maar het is niet het enige wat ik doe. Dat heeft ook te maken met alle andere invloeden tot en met folk en alternative aan toe. Als ik me echt zou toespitsen op Amerikaanse country zou ik ook eigenlijk in Nashville de meeste kansen vinden, maar ik probeer het juist dichtbij te houden. Het grappige is ook wanneer je m’n nieuwe single hoort, klinkt het als een country single, terwijl er geen typisch country instrument zoals een mandoline of banjo is gebruikt. Het was een soort experiment. Kan het een country single zijn zonder een country instrument? En zelfs zonder Amerikaanse stem want ik ben natuurlijk gewoon Nederlands.
Je stond in het voorprogramma van Luke Combs, Lindsay Ell en Ashley Campbell en ik kwam je volgens mij ook nog bij andere interviews in de Melkweg tegen.
Dat laatste omdat ik bij Warner stage liep maar om in het voorprogramma van deze artiesten te staan was een hele bijzondere ervaring en voor mij echt super leerzaam, zeker aangezien je als onbekende artiest hier uit Nederland voor dit soort supersterren uit Amerika staat. Heel spannend natuurlijk maar dan leer je het wél meteen.
Ben je er dan van start tot finish bij? Bij het opbouwen en het inregelen van het geluid, zodat je die typische Nashville touch krijgt?
Je hoort de soundcheck natuurlijk wel. Je hoort bepaalde dingen die ze doen die de sound wezenlijk anders kunnen maken. Bijvoorbeeld het gebruik van de pedal steel die in Nederland bijna niet gebruikt wordt maar een hele bepalende rol speelt in de totale mix. Lindsay Ell maakte gebruik van een hybride gitaar, waardoor ik daar nu zelf ook mee aan het experimenteren ben. Ashley speelde met twee muzikanten waar je door het gebruik van een fiddle en banjo echt die old skool vibe en dat bluegrass gevoel kreeg, wat dan ook weer verschillende nieuwe ideeën geeft. Bij Luke Combs zie je die complete band die letterlijk over je heen blaast en hoe dat op de zaal overkomt is heel interessant om te zien. Je voelt dan het enthousiasme bij het publiek. Het kán dus wel. Ik was bijvoorbeeld naar Engeland geweest voor een optreden op het festival Buckle & Boots, wat plaatsvond op een boerderij . Die sfeer daar was zo compleet en anders dat het leek alsof je in Amerika rondliep. Je ziet steeds meer evenementen in Europa die die stijl oppakken, dat er animo voor is en dat het groeit. Het contact was leuk en heel simpel gegaan; ik had een mailtje gestuurd of ik daar kon spelen en toen kreeg ik antwoord zo van: “Kom maar!”
Je laatste optreden was in De Pul in Uden als voorprogramma van Blackbird. Hoe sla je je door deze tijd heen?
Live optredens doe ik nu minder natuurlijk. Dat is gewoon heel lastig. Ik heb het gevoel dat ik heel veel online zit. Verder schrijf ik veel, nieuwe muziek maken en ik hoop dat dat leidt tot meer kansen om uiteindelijk weer live te spelen. Dat had ik ook gedacht met m’n nieuwe single, maar ja het is zo onzeker momenteel dat ik me nu vooral focus op online. Ik heb een tijdje live-streaming geprobeerd maar ik kwam erachter dat het niet helemaal mijn ding is, want de reden dat ik live speel is om juist die interactie met m’n publiek te hebben. Via een scherm is dat toch anders. De interactie die ik nu heb vindt vooral op social media plaats. Ik ben bijvoorbeeld ansichtkaarten aan het maken en dat werkt wel heel goed als middel om in contact te blijven. Ik mis namelijk zelf die persoonlijke binding.
Hoe breng je het gevoel dat je hebt bij een live-optreden over op een opname in de studio?
In de studio is het natuurlijk alleen audio. Wat mij helpt, is om heel goed te luisteren naar het nummer, om het gevoel te krijgen. Wat wil je met het nummer vertellen? Wat zegt het nou precies? En die emotie moet je proberen te vangen op verschillende manieren. Door de instrumenten en de zang. En dat terug te laten komen. Ik kan dat ook wel loslaten en laat de techniek en studiowerk over aan de producer en de specialisten. Verder heb ik een paar hele goeie muzikanten om mij heen. Bij de opnames van mijn laatste single was bijvoorbeeld Nick Jongejan betrokken als producer/gitarist en liet ik de drums en bas over aan Donny Valentijn en Thomas Vergouwen. Zij hebben de ervaring en de skills die je zelf misschien niet hebt. Da’s het mooie wanneer dat weer terugkomt in het eindresultaat
Bijna 20.000 maandelijkse luisteraars op Spotify en de teller van Without Words stond vanochtend op ruim 365.000 streams.
‘Without Words’ is een langzaam nummer en ‘Tell Me Where You Are’ is up-tempo. Ik denk er niet zozeer bij na of een nummer een ballad is of sneller. Meestal als ik een nummer schrijf, gaat het er vooral om welk gevoel ik heb, of om het concept. Maar je probeert een nummer wel te laten passen bij een bepaald gevoel. Ik wil graag experimenteren en me niet vast te leggen op alleen maar snelle of langzame nummers. Het kan alle kanten op, zeg maar.
Hoe pak je de promotie van je muziek aan binnen Blaizer, jouw bedrijf? Je houdt je bezig met streaming, upload strategieën en playlist promotie. Je werkt onder andere voor Dennis van Aarssen, Jacco Wynia en een reeks andere artiesten. Da’s nogal wat!
Eigenlijk ben je nooit klaar. Playlist promotie is nog vrij nieuw. Ik ga altijd een andere kant op. Ik vind het leuk om nieuwe dingen uit te zoeken die nog onbekend zijn en ontwikkeld moeten worden. Dat vind ik interessant. Wanneer je als artiest zelf de promotie verzorgt, komt er zoveel meer bij kijken: pers, radio enzovoort. Het is zo breed. Ook social media bijvoorbeeld. Maar juist independent blijven en op die manier groeien vind ik heel waardevol.
Tell Me Where You Are is je nieuwe single. Heerlijk vet zomernummer wat regelmatig langskomt in m’n programma. Hoe kwam je op het idee om dit te schrijven?
Ik zat bij m’n vader in de achtertuin met m’n gitaar. Het was zomer ook. Biertje erbij, dat ultieme zomergevoel. Alleen mis je toch iets of iemand. Zo’n beetje van: “Ik zit hier wel, heel relaxt maar ik zit hier toch alleen.” Het concept voor het liedje had ik toen wel verzonnen maar ik heb er wel een jaar over gedaan om de juiste woorden voor de tekst te vinden. Eigenlijk heb ik nog een paar reizen gemaakt naar andere landen zodat ik de inspiratie voor de woorden kreeg, die ik zocht. Delen uit de tekst heb ik ook zelf ervaren en meegemaakt zodat ik ze op kon schrijven. Ik was niet helemaal tevreden met het stukje ‘Whiskey Boulevard’, dat vond ik te algemeen. Ik kwam langs een AirBnB in Kroatië, die ‘Sunset Boulevard’ heette en toen dacht ik: “Perfect! Dat zocht ik.” Zo is de tekst langzaam ontstaan en duurt het best lang om een nummer te schrijven terwijl je de basis al hebt.
Een heuse videoclip, lekker down home met een Hollands landschap op de achtergrond. Geregisseerd door Jaap Mol.
We wilden een soort van reisvideo maken. Dat vertelt het verhaal van het op zoek zijn naar, het best. Het was april, al in coronatijd dus overal hartstikke rustig. We hadden alle ruimte en konden dat stukje “alleen zijn” uit het nummer zo goed in beeld brengen. We begonnen heel vroeg met het filmen bij de molens in Kinderdijk en we eindigden ’s avonds bij het strand. Ik vond het Nederlandse landschap heel treffend omdat het past bij het dicht bij jezelf blijven. Ik wil laten zien waar ik vandaan kom en mijn achtergrond laten zien. Ondanks dat het een snel nummer is, zijn zowel de tekst als het beeld heel romantisch. Je wilt die sfeer en dat gevoel neerzetten dat je op zoek bent naar die persoon. Het was de eerste keer dat ik met Jaap werkte en het klikte heel goed. Hij kwam steeds met goeie ideeën en draagt net dat stukje extra bij wat zorgt voor een nog beter beeld bij het nummer.
Wat kunnen we binnenkort van je verwachten? Zit er nieuw plaatwerk aan te komen?
Ik weet niet hoelang dat zal gaan duren maar er zit zeker wat nieuws aan te komen. Ik schrijf veel maar ik ga het niet opnemen voordat ik helemaal tevreden ben. Ik ben heel lang bezig geweest met het concept van tijd. Eigenlijk al voor corona. Tijd is super belangrijk en soms hebben we niet het besef dat het zo belangrijk is. Ik wil er eigenlijk meer mee doen om ook de rust een beetje terug te halen. Ik wil nummers gaan maken die meer terugslaan op het vinden van rust. Meer het gevoel van eh… Het is goed. Dat wil ik meer in nummers terugkrijgen. Soms heb je daar moeilijke en dan weer minder moeilijke ervaringen mee. ‘Tell Me Where You Are’ is redelijk licht, qua onderwerp. Het gaat over liefde. Iedereen is op zoek naar liefde maar er zijn ook een aantal thema’s waar ik mee bezig ben die heftiger zijn en dieper gaan. Daar ben ik mee bezig om dat mooi uit te werken en daar heb ik tijd voor nodig om dat te kunnen doen.