Devin Dawson: ‘Ik wil niet aan één geluid vastzitten’
Op zondag 27 mei gaf Devin Dawson - een nieuwe naam in de pop-country wereld - een akoestisch concert in de kleine zaal van Paradiso in Amsterdam. Dawson scoorde in 2017 zijn eerste hit met het vrolijke liefdesliedje ‘All On Me’ en bracht afgelopen januari zijn debuutalbum ‘Dark Horse’ uit, een plaat waarop hij countrynummers combineert met moderne pop, R&B en rock. Wat daarbij ook opvalt, is dat hij zijn nummers zelf schrijft, waar veel countrysterren tegenwoordig gebruik maken van hetzelfde clubje componisten en tekstschrijvers. Voorafgaand aan zijn concert spraken we met hem.
Om te beginnen: welkom in Amsterdam! Is dit je eerste bezoek?
‘Dank je wel. Ja, inderdaad, ik kom hier voor het eerst. Ik heb er natuurlijk wel veel over gehoord, dus het is leuk om hier eindelijk eens te zijn. We zijn nog maar net aangekomen, dus ik heb nog niks gezien. Maar ik heb wel een pannenkoek als lunch gehad. Lekker!’
Op je Twitterpagina zag ik dat je een behoorlijk druk schema hebt. Gisteren zat je in Hamburg, morgen ga je alweer door naar Londen. En daarna? Weer terug naar de VS?
‘Ja, klopt, na Londen gaan we weer terug naar de VS. Volgende week is het CMA Fest in Nashville, echt het allergrootste countryfestival. Dat wordt echt een gekkenhuis, de drukste week van het hele jaar. Dus het is fijn om eerst even hier in Europa rond te reizen en nieuwe indrukken op te doen, voordat die wervelwind losbarst.’
Zo te zien begint het nu ook al een beetje te waaien. Je album krijgt veel goede reacties.
‘En daar ben ik heel blij mee. Ik hou van die wervelwind, dat betekent dat er veel goede dingen gebeuren. Ik hou niet van stilzitten, ik wil bezig blijven.’
Kun je me wat over je achtergrond vertellen? Hoe ben je in Nashville terechtgekomen?
‘Ik begon met muziek maken toen ik twaalf was. Met een paar vrienden begon ik een band, en dat hield niet meer op. Als kids hebben we dat een jaar of acht gedaan, en dat leverde zelfs een platendeal op. Maar ook als klein kind wilde ik altijd al met muziek bezig zijn. Ik heb wel een tijdje honkbal gespeeld, omdat het moest van mijn ouders, maar dat duurde niet lang. En misschien begon ik wel muziek te maken om daar tegenin te gaan, om een beetje de rebel uit te hangen. Maar op het moment dat ik een gitaar pakte, was er geen weg terug meer. Ik ben er altijd mee doorgegaan, heb iedere kans gegrepen die ik kreeg. En uiteindelijk ben ik op eigen houtje naar Nashville verhuisd om er mijn carrière van te maken. Ik denk en hoop dat het schrijven van mijn eigen nummers en het vertellen van mijn eigen verhalen dé manier is om daar een succes van te maken.’
En nu is je eerste album uit. Wat me heel erg opvalt is dat de nummers zelf puur country zijn, maar dat je met de productie en de arrangementen steeds andere kanten op gaat, van R&B tot rock. Toch wordt het geen rommeltje, het blijft een eenheid. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
‘Dat zit hem vooral in de nummers zelf. Ik ben opgegroeid met country, daarvan heb ik geleerd om zo te schrijven. De echte klassiekers, voor mij in ieder geval. Ik ben gek op die muziek. In mijn nummer ‘Dark Horse’ zit de regel ‘My heart bleeds for country music’, en zo is het ook echt. De cultuur, de mensen, de muziek, de verhalen, alles. Als je een echt goed countrynummer hoort dat je al met het eerste couplet bij je strot grijpt, en je een gevoel krijgt van….. Wow, dit is zó goed! Dat is voor mij altijd van enorme invloed geweest op de manier waarop ik nummers schrijf. Maar ik heb ook altijd naar hele andere dingen geluisterd. Pop, rock, R&B, noem maar op.’
‘Het komt erop neer dat ik niet aan één geluid vast wil zitten. Ik ben altijd op zoek naar een bredere identiteit. Dus toen ik met mijn producer Jay Joyce om de tafel ging zitten om te bespreken hoe dit album ging worden, had ik nog niet echt een idee. Ik wist alleen dat ik de nummers voor zichzelf wilde laten spreken. Ik wilde niet overal een banjo instoppen om het maar country te maken, of alleen maar synthesizers gebruiken om een popgeluid te krijgen. Je kunt zoveel verschillende kanten op met een nummer, en ik wilde overbrengen wat ze voor mij betekenen.’
Je zangstijl is ook niet echt typisch country, maar zit meer in de richting van soul. Heb je invloeden op dat gebied?
‘Zeker weten. Ik hou veel van John Fogerty en Joe Cocker, dat mooie rasperige soulgeluid. Maar vooral Fogerty, die klinkt zo lekker ‘rootsy’. Daar ben ik echt gek op. En je hebt wel gelijk over mijn zangstijl. Ik heb nooit geprobeerd om Garth Brooks, George Strait, Brad Paisley of Alan Jackson na te doen. Wat mij inspireert is hoe ze zeggen wat ze te zeggen hebben, hoe ze dat overbrengen. Maar aan de andere kant denk ik er niet echt over na hoe mijn stem klinkt. Het is gewoon mijn stem, verder niks.’
Dat begrijp ik. Maar je zangstijl heeft wel een soulgevoel, vooral als je ballads zingt. ‘Symptoms’ en ‘Secondhand Hurt’ bijvoorbeeld, daar ga je er echt voor.
‘Dank je. Ik denk dat dat komt doordat de teksten me zo aanspreken. Het is makkelijker voor mij om zo’n gevoel over te brengen dan een gewoon, lekker nummertje te zingen. Niet dat daar iets mis mee is, en zeker op het podium heb je gewoon een lekker tempo nodig. Maar als het dan tijd wordt voor een ballad, is dat echt een mooi moment. Dan kan ik meer van mezelf geven. Ik hou van een goeie ‘heartbreak song’, een kwetsbaar nummer. Dat past beter bij mijn persoonlijkheid, denk ik. Opgewekte nummers zijn ook prima, maar meestal wel minder persoonlijk.’
Is die kant van je persoonlijkheid ook waar je over zingt aan het begin van ‘Dark Horse’?
‘Bedoel je die regel ‘I never smile in pictures’? Haha, nee, dat is meer een geintje. Fotografen vragen me altijd om meer te glimlachen, en ik heb altijd zoiets van… hoezo? Dit ís mijn glimlach! Dus toen heb ik het in dat nummer gestopt. Wordt mijn glimlach toch nog een beetje onsterfelijk.’
Nu we het toch over dat nummer hebben; op YouTube staat een video waar je het alleen op een akoestische gitaar speelt. Compleet het tegenovergestelde van de grote productie op het album. Is dat ook hoe een nummer voor jou begint? Alleen jij met je gitaar?
‘Meestal wel, ja. Ik heb mijn akoestische gitaar altijd bij me en ik treed er natuurlijk ook mee op. Maar ik speel ook veel elektrische gitaar, en vooral veel piano. Ik begin meestal wel op akoestische gitaar, omdat ik die altijd bij de hand heb. Maar dat kan ook saai worden. Je kan een akkoord maar op weinig verschillende manieren spelen, op een piano heb je veel meer mogelijkheden. Als ik alleen akoestisch speel, komen er vaak dezelfde soort zangmelodieën uit. Dan helpt het als ik overstap naar de piano of zelfs een computer, om een ander perspectief en nieuwe inspiratie te krijgen. Als ik dan daarna weer de akoestische gitaar pak en het klinkt echt lekker, dan weet ik dat het goed zit. Tenminste, dat hoop ik.’
Een behoorlijk uitgebreid proces dus.
‘Ja, en het gaat iedere keer anders. Soms weet ik al meteen welke akkoorden ik wil gebruiken, zonder dat ik nog iets gespeeld heb, omdat de sfeer van het nummer al in mijn hoofd zit. En het is ook wel gebeurd dat ik in een vliegtuig zat en geen gitaar kon pakken. Toen heb ik de tekst zitten schrijven terwijl ik de melodie de hele tijd in mijn hoofd bleef herhalen. Toen we geland waren heb ik zo snel mogelijk het eerste het beste instrument gepakt om het uit te werken. Maar hoe een nummer ook ontstaat, het moet wel echt zijn. Als ik de dingen die ik voel deel in mijn nummers, kan dat bij anderen hopelijk weer voor herkenning zorgen. Daar gaat het voor mij om als ik muziek maak.’
Nou, met een album als dit lukt je dat heel goed, en ik denk en hoop dat je er nog veel verder mee gaat komen.
‘Dank je. Het heeft me al naar Amsterdam gebracht, dus dat is best cool, haha!’
Die avond loopt de kleine zaal van Paradiso niet helemaal vol, waarschijnlijk omdat de meeste Amsterdamse countryfans op de eerste tropische dag van het jaar toch maar op een terras zijn gaan zitten. Maar de liefhebbers die er wel zijn, geven Devin Dawson een warm en enthousiast welkom en worden getrakteerd op een sterk, intiem concert. En inderdaad, in deze kleine, akoestische uitvoeringen klinken zijn nummers zeker zo goed als op de plaat, dus jullie hebben geen excuus om er de volgende keer niet bij te zijn.